Banden met watervulling

Zo worden banden met water gevuld

Het wiel wordt zo gedraaid dat het ventiel zich bovenaan bevindt. Vervolgens wordt het in- of opdraaiventiel losgeschroefd, in de opening wordt de vulnippel geplaatst. Deze wordt op een waterslang aangesloten. De vulnippel voert lucht af tijdens de watertoevoer. Na het vullen wordt de nippel verwijderd en het ventiel teruggeplaatst.

De band is nooit 100% vol met water, zo’n 25% van de band blijft met lucht gevuld. Hiermee kan de band op de normale manier op spanning worden gebracht.

Calcium-chloride (CaCl2)

Bij watervulling is het van belang maatregelen ter beveiliging tegen vorst te nemen.
Meestal wordt hiervoor calciumchloride (CaCl2) aan het water toegevoegd in de volgende concentraties:

Voorbeeld

75% van het volume van een band met de maat 600/65R38 is 500 liter (voor alle maten en hun bijbehorende 75% volumes zie de tabel hieronder). Wanneer een anti-vriestemperatuur
van -20 °C wordt gehanteerd moet de watervulling in de volgende verhoudingen worden toegevoegd:

• Hoeveelheid CaCl2 500 x 0,24 = 120 kg
• Volume water 500 x 0,90 = 450 kg
• Totaal toegevoegd gewicht 500 x 1,14 = 570 kg

Waarschuwing:

• Voeg CaCl2 bij kleine hoeveelheden al roerend aan het water toe
• Giet nooit water op CaCl2
• Gebruik CaCl2 niet als antivriesmiddel voor het motorkoelwater