TRA-code en Star-rating
Vaste coderingen
Een TRA-code bestaat allereerst altijd uit een letter, gevolgd door een cijfer en soms ook weer opgevolgd door nog een letter. De eerste letter duidt aan voor welk type machine de band geschikt is. Het daaropvolgende cijfer geeft aan welke profieldiepte de band heeft. De eventuele letter die daarop nog weer volgt, zegt iets over het profiel van de band en daarmee tegelijk ook iets over het inzetgebied, waar de band het meest geschikt voor is. Zo kiest u de juiste grondverzetbanden.
De TRA-code is internationaal de standaard en wordt gevalideerd door de ISO (International Standard Organisation), de ETRTO (European Tyre and Rim Organisation), de TRA (Tyre and Rim Association) en de JATMA (Japan Automobile Tyre Manufacturers Association). Deze organisaties hebben vier typen grondverzetbanden, afhankelijk van hun inzetgebied, en industriebanden gedefinieerd. Deze categorie is op de wang van de band te vinden. We onderscheiden daarbij de volgende types, wat dus ook de eerste letter(s) van de TRA-code is:
- C = Compactor (wegenbouwmachines en walsen)
- L = Loader/Dozer (wielladers en bulldozers)
- G = Grader
- E = Earthmoving (transport; scrapers, knikgestuurde- en starre dumpers)
- IND = Industrial (haven)
Het daaropvolgende cijfer geeft dus de profieldiepte aan:
- 2/3 staat voor 100% profieldiepte
- 4 staat voor 150% profieldiepte
- 5 staat voor 250% profieldiepte
De eventuele daaropvolgende letter zegt ten slotte iets over het profiel van de band:
- T staat voor ‘Traction’
Deze banden worden getypeerd door een vrij open profiel, die daarmee een hoge mate van tractie bieden.
- R staat voor ‘Rock’
Dit betreffen banden met een meer gesloten profiel, waardoor ze minder tractie bieden, maar tegelijk ook minder insnijdingsgevoelig zijn.
- S staat voor ‘Smooth’
Dit betekent dat de banden profielloos zijn (ook wel slicks genoemd). Deze banden bieden nauwelijks tot geen tractie, maar hebben een zeer hoge weerstand tegen insnijdingen.
Verschillen tussen E- en L-banden
E- en L-banden hebben een verschillende load/speed-index. Daar kunt u dus op letten bij het maken van uw keuze. Verder mogen L-banden een cyclus van bijvoorbeeld 200 meter niet overschrijden, want anders worden de banden veel te heet door warmteontwikkeling. E-banden daarentegen zijn veelal ‘heat-resistant’ en kunnen beter omgaan met die warmteontwikkeling.
Sommige banden binnen het grondverzetsegment hebben zowel een E- als een L-codering (bijvoorbeeld E3/L3). Dit worden ook wel ‘multi-star banden’ genoemd en deze zijn daarmee voor zowel laad- als transportvoertuigen geschikt.
Graders hebben dus hun eigen specifieke type banden, maar kunnen ook van E- dan wel L- banden voorzien worden.
Wanneer gebruikt u welke profieldiepte?
Voor transportwerkzaamheden kunt u kiezen uit E3- of E4-banden. E5-banden bestaan niet, want de combinatie van deze profieldiepte en verhoogde snelheid zou voor te veel warmteontwikkeling zorgen, wat de band uiteindelijk niet aan kan. Voor laadwerkzaamheden is er de keuze uit L3-, L4- en L5-banden.
Het inzetgebied bepaalt welke profieldiepte u het beste kunt gebruiken. Werkt u bijvoorbeeld met een dumper onder in een steengroeve, dan raden we een E4-profiel aan voor extra bescherming. Gebruikt u L-banden, maar is de cyclus te lang voor een L5-band, dan gebruikt u een L4-band om toch een langere cyclus te kunnen rijden.
Ook de ondergrond is voor een groot gedeelte bepalend voor het type band, dat u kiest. Voor bijvoorbeeld zand- en asfaltondergronden wordt er hoofdzakelijk gekozen voor een band met 100% profieldiepte, in combinatie met een tractieprofiel. Is de ondergrond daarentegen een stuk agressiever (stenen/rotsen), dan gaat de voorkeur veelal uit naar een band met 150% of 250% profiel, gecombineerd met een meer gesloten profiel.
De 4 verschillende basisprofielen op een rij
Afgestemd op het inzetgebied zijn dus verschillende profielen leverbaar. Deze profielen zijn ontworpen met het oog op de gewenste tractie, geschiktheid voor het terrein (flotation), weerstand tegen beschadigingen en insnijdingen, hittebestendigheid en slijtage. Er zijn vier basisprofielen voor grondverzetbanden.
Tractieprofiel
Een grondverzetband met het tractieprofiel is vaak een looprichtingsgebonden band. Bij de montage is het dus belangrijk om er op te letten, dat de band/wiel-combinatie in de juiste richting op het voertuig gemonteerd wordt. Dankzij de profielopbouw is de tractie van deze band zeer goed. Daarnaast is het erg belangrijk dat banden met een tractieprofiel een uitstekend zelfreinigend vermogen hebben, om te voorkomen dat de tractie verloren gaat.
Rockprofiel
Robuuste banden met dit profiel worden ingezet in veeleisende omstandigheden. Vaak op rotsachtige ondergronden, waarbij extra weerstand tegen beschadigingen en insnijdingen noodzakelijk is. Het profiel is uit een dusdanige rubbercompound samengesteld, dat deze zeer slijtvast is. Bij dit type grondverzetband zijn de S-vormige (zigzag) profielrijen en -groeven kenmerkend. Deze zitten zowel aan de linker- als aan de rechterkant van het loopvlak, dus als het ware haaks op de rijrichting.
Profielloos (slick)
Een profielloze band heeft, zoals de naam al aangeeft, geen groeven of inkepingen, afgezien van twee smalle groeven op de schouder die als slijtage-indicator dienen. Dit type band heeft maximale weerstand tegen slijtage en insnijdingen. Hij wordt vaak ingezet in de wegenbouw op walsen bij het egaliseren en/of afvlakken van de ondergrond. Ook op wielladers in de (ondergrondse) mijnbouw worden ze regelmatig gebruikt, juist vanwege de hoge weerstand tegen beschadigingen en de grote slijtvastheid.
Blokprofiel
De grondverzetband met een blokprofiel kenmerkt zich algemeen door een verhoudingsgewijs grote profielbreedte en door rondere schouders. Het voordeel van een band met een blokprofiel is, dat de gelijkmatig verdeelde en in rijen geplaatste blokken voor een relatief groot contactoppervlak zorgen. Als er zware ladingen vervoerd moeten worden, wordt de druk op de grond door dit type banden relatief laag gehouden en blijven de flotationkwaliteiten intact. Deze band is erg geschikt om te gebruiken op zachte, modderige ondergronden. In de maat 24R20.5 zien we dit type band daarnaast regelmatig op crashtenders gemonteerd.
Overzicht TRA-codes
Code | Profiel | Toepassing |
C1 | Profielloos (slick) | Wegenbouw/wals |
E1 | Geribd | Transport |
E2 | Tractie |
Transport |
E3T | Tractie | Transport |
E3R | Rock |
Transport |
E4T | Tractie |
Transport |
E4R | Rock | Transport |
E7 | Flotation | Transport |
G1 | Geribd | Grader |
G2 | Tractie | Grader |
G3 | Rock | Grader |
G4 | Rock (deep tread) | Grader |
G5 | Rock (very deep tread) | Grader |
L2 | Tractie | Laden |
L3T | Tractie | Laden |
L3R | Rock | Laden |
L3S | Profielloos (slick) | Laden |
L4T | Tractie | Laden |
L4R | Rock | Laden |
L5T | Tractie | Laden |
L5R | Rock | Lader |
L5S | Profielloos slick() | Laden |
Star-rating geeft laadcapaciteit aan
Het aantal sterren dat een grondverzetband heeft, geeft aan wat de laadcapaciteit is. Dit hangt samen met de TRA-code. Deze twee elementen bepalen samen voor welke inzet de band het beste gebruikt kan worden.
Sterren | Machine/toepassing |
1* / 2* / 3* (sterkte) | Wiellader en bulldozer (L) |
2* / 4* (snelheid) | Transport (E) |
3* (combinatie) | Hoge snelheid / Industrie (IND) |
1* / 2* (sterkte) | Grader (G) |
Advies?
Wilt u advies over de beste band voor uw situatie? Neem dan contact met ons op. Onze experts helpen u graag! U kunt contact opnemen met onze experts via +31 (0)523 850 850 of een mail sturen naar info@heuver.nl. Verder leest u alles over grondverzet op onze grondverzet kennispagina.